zondag 15 januari 2017

Procureurlapje met pruimen

De procureur is een ontbeende schouderkarbonade van een varken. Het is mooi doorregen mals varkensvlees, sappig en boordevol smaak. Het vlees is onder andere ideaal om op lage temperatuur langzaam te garen. De procureur wordt hier langzaam gegaard in oud-bruin bier maar je kan dit ook vervangen door een trappist. Een heerlijk vleesgerecht voor in de koude wintermaanden. Het gerecht is voor 4 personen.

Ingrediënten:
  • 4 procureurlapjes van 100-125 gram
  • 24 gedroogde pruimen
  • 3 deciliter oud-bruin bier
  • zout en versgemalen peper
  • 2 eetlepels bloem
  • klontje boter
  • 1 deciliter vleesjus
  • 1 eetlepel rode bessengelei
  • 1 1/2 deciliter room
  • 1 eetlepel gehakte peterselie

Bereiding:

Zet de pruimen een avond tevoren in de week in het bier. Zorg ervoor dat ze onderstaan.

Verwarm de pruimen in het weekvocht zonder ze te laten koken. Laat ze ongeveer 30 minuten wellen. Neem daarna de pan van de warmtebron. Wrijf de procureurlapjes in met peper en zout naar smaak. Bestrooi het vlees met de bloem.

Verhit de boter in de braadpan tot deze begint te kleuren en het schuim wegtrekt. Bak het vlees op een matige warmtebron aan beide zijden bruine en gaar.

Laat de pruimen uitlekken in een vergiet. Vang het vocht op.
Giet de jus en het vocht van de pruimen bij het vlees. Breng de inhoud van de pan aan de kook en temper de warmtebron. Laat nu de lapjes 40 minuten zachtjes stoven.

Controleer of het vlees mals is. Leg het vlees op een voorverwarmde schaal en houd het vlees goed warm.
Laat de vleesjus voor een kwart inkoken. Voeg de bessengelei toe en roer alles tot een gladde saus. Giet de room erbij en laat de saus enkele minuten zachtjes doorkoken.

Leg de gewelde pruimen rond de procureurlapjes op de schotel.
Proef de saus en maak deze op smaak af met zout en peper. Giet de saus over het vlees. Bestrooi het gerecht met de gehakte peterselie en dien het gerecht direct op.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten